Wereldkampioenschappen: voor jong en oud

Elk jaar zorgen de UCI Road World Championships voor spektakel. Soms zorgt de leeftijd van de uiteindelijke wereldkampioen daar voor. Zo ook op het WK voor vrouwen in 1981 en 2019. Die edities zijn in de geschiedenisboeken belangrijke mijlpalen.  

Op het WK in 1981 bij de vrouwen, dat net als bij de mannen in Praag doorging, waren alle ogen gericht op Jeannie Longo. De jonge Française had al heel wat furore gemaakt en in Praag vond ze een parcours naar haar kunnen. Iedereen verwachtte dus dat ze een eerste keer de regenboogtrui zou mogen aantrekken.  

De rensters moesten een parcours van 53 kilometer afwerken. Van de 73 rensters die aan de start stonden van het wereldkampioenschap, sprintten er vijftien van voor de wereldtitel. In die sprint was het niet Jeannie Longo maar wel de Duitse Ute Enzenauer die de snelste was. Longo werd uiteindelijk tweede. Maar opvallend: de Duitse was amper 16 jaar en 229 dagen oud. Daarmee was – en is – ze de jongste wereldkampioene ooit.  

Op de 2019 UCI Road World Championships in Harrogate werd dat record van Enzenauer niet gebroken, integendeel. De winnares van dat WK ging niet in de geschiedenisboeken in als jongste wereldkampioene, maar wel als oudste. Tot dan was die eer weggelegd voor Jeannie Longo recordhoudster. Zij was 36 jaar en 341 dagen toen ze in 1995 voor de vijfde keer wereldkampioen werd. Daarmee was ze lange tijd de oudste wereldkampioene. Tot 2019, toen Annemiek Van Vleuten wereldkampioene werd. Ze rondde een solo van 104 kilometer feilloos af en was met haar 36 jaar en 355 net veertien dagen ouder dan de Franse Longo.